Wat is inzetstaal?
De ABRAMS Staalconsulent® legt het uit!
Inzetstaal is ongelegeerd of laaggelegeerd constructiestaal, dat vanwege het lage koolstofgehalte van 0,1% tot maximaal 0,25% geschikt is voor inzetharding. Inzetstalen voldoen aan de norm DIN EN ISO 863-3 (voorheen DIN EN 10084). Door carboneren wordt koolstof op het oppervlak van het materiaal aangebracht en door vervolgens te harden en ontlaten krijgt het staal zijn harde en slijtvaste oppervlak, terwijl de kern zijn taaiheid behoudt.
Door de relatief hoge oppervlaktehardheid (ca. 60 HRC) hebben werkstukken of componenten een slijtvaster oppervlak, terwijl de mate van kernhardheid wordt bepaald door het legeringsgehalte.
FAQ - Vragen over inzestaal
Waarom wordt het inzetstaal genoemd?
De naam “inzetstaal” komt van het zogenaamde “inzetharden”. Dat is een speciale warmtebehandeling die deze staalsoort ondergaat. Door dit proces combineert het materiaal in wezen twee soorten staal in één vanwege het verschillende koolstofgehalte en kan daarom een hard oppervlak hebben en tegelijkertijd een taaie kern behouden.
Welke groepen inzetstaal zijn er?
Inzetstalen bestaan uit ongelegeerde- en gelegeerde staalsoorten die speciaal zijn ontwikkelt voor het hardingsproces. Ze kunnen worden onderverdeeld in verschillende groepen, afhankelijk van de specifieke legeringselementen die ze bevatten.
De groepen inzetstalen zijn:
• ongelegeerd inzetstaal
• chroom- en chroom-mangaan gelegeerd inzetstaal
• chroom-molybdeen gelegeerd inzetstaal
• chroom-nikkel gelegeerd inzetstaal
• chroom-nikkel-molybdeen gelegeerd inzetstaal
Het is belangrijk op te merken dat veel inzetstalen een combinatie van deze legeringselementen bevatten om een reeks gewenste eigenschappen te verkrijgen. De specifieke samenstelling van elk staal hangt af van de eisen van de toepassing waarvoor het bedoeld is.
Wat is inzetharden?
Inzetharden is de meest gebruikte warmtebehandeling voor inzetstaal. Het beschrijft het proces van oppervlakteharding, dat bestaat uit de warmtebehandelingsprocessen van carboneren en harden, gevolgd door ontlaten. Door harden en ontlaten worden de optimale eigenschappen (bijvoorbeeld hoge slijtvastheid) verkregen uit een harde oppervlaktelaag en een taaie kern.
Bij temperaturen tussen 880° – 1050°C vindt koolstofverrijking (carboneren) plaats, bijvoorbeeld met behulp van poeder, korrels, gas of zoutbad. De koolstofverrijking verhoogt de hardheid van de oppervlaktelaag. De koolstof diffundeert in de randzone van het werkstuk tot een diepte van 0,1 – 2,5 mm. Er kunnen koolstofgehalten tot 0,8% worden bereikt. De temperatuurkeuze is afhankelijk van het betreffende inzetstaal. Het koolstofgehalte neemt af met de penetratiediepte.
Wat is het verschil tussen inzetstaal en veredelingsstaal?
Inzetstaal en veredelingsstaal zijn gegroepeerd in een aparte groep staalsoorten (DIN 10027). Beide staalsoorten worden gehard door middel van een warmtebehandeling. Het verschil zit hem in het type hardheid. Bij inzetstaal wordt alleen het oppervlak gehard terwijl de kern taai blijft. Veredelingsstaal daarentegen is doorgehard, wat betekent dat het gehele staal gehard is.
Waar wordt inzetstaal gebruikt?
Inzetstaal heeft een breed scala aan toepassingen. Het wordt vaak gebruikt in de auto-industrie, machinebouw en installatietechniek. Het wordt onder andere gebruikt voor de constructie van cardanassen, koppelingsdelen, tandwielen en bouten. Inzetstaal wordt ook in de bouwsector gebruikt om onderdelen te produceren die bestand zijn tegen hoge belastingen.
Selecteer een van onze inzetstalen uit
Alle oranje gemarkeerde velden zijn inzetstaalsoorten met verschillende eigenschappen.
Met slechts één klik krijgt u de gewenste staalsoort.
Bent u op zoek naar een specifiek inzetstaal en zijn eigenschappen?
Met onze gepatenteerde ABRAMS Staalconsulent® vindt u in een handomdraai alternatieven voor uw werkstof en de eigenschappen ervan.
Uiteraard kunt u alle informatie gemakkelijk naar u laten e-mailen.
Registratie is niet noodzakelijk!
Probeer het uit.